De landelijke villa uit de dertiger jaren is gelegen in een bosrijke villawijk. In de loop van de tijd is de villa zodanig verbouwd, dat de oorspronkelijke sfeer verloren is gegaan. De vraag voor een uitbreiding aan de achterzijde van de woning heeft geleid tot een volledige herstructurering van de villa, haar situering in de tuin en de bouw van een tuinhuis.

Het tuinhuis is gelegen aan de achterzijde van het woonhuis. De bouw van het tuinhuis is voortgekomen uit het wegvallen van de bestaande garage. Het slopen hiervan heeft ervoor gezorgd dat de villa is losgekomen van de tuinmuur. Het tuinhuis heeft meerdere functies gekregen. In eerste instantie zal het tuinhuis gebruikt gaan worden als garage en tuinkamer, later zal het tuinhuis de functie van gastenverblijf krijgen. Het hoogte verschil tussen het hoofdvolume en de lagere entree en het overdekte terras, maken het mogelijk bovenlicht naar binnen te laten komen. De twee verschillende daken benadrukken het omarmen en begrenzen van de tuin. Door het bouwen van het tuinhuis zijn er rond het huis een aantal nieuwe buitenruimten ontstaan, met ieder een eigen identiteit. De tuin aan de achterzijde wordt door het samenspel tussen het tuinhuis en de bestaande villa een begrensde buitenruimte, waar op elk moment van de dag een beschutte plek kan worden opgezocht.

Het tuinhuis is als totaal in hout uitgevoerd. De materiaalkeuze is een duidelijke verwijzing naar de bosrijke omgeving. Met de keuze van het materiaal hout is naar een contrast met de, in metselwerk gebouwde, villa gezocht. De wijze van detailleren heeft echter dezelfde zorgvuldigheid als die van de oorspronkelijke villa. Door middel van de gelaagdheid in de gevel, zijn er mogelijkheden ontstaan om de verschillende buitenruimten vorm te geven; de voorruimte naar de garage toe, het open terras naar de speelkamer toe en het overdekte terras. De twee over elkaar heen grijpende daken hebben ieder een eigen karakter gekregen, het hoogste dak een sedumdak, de terrasoverkapping een houten dak, verwijzend naar de materialisatie van de gevel. Door de gevels over te laten gaan in transparante wanden is er tevens naar een openheid van de verschillende (buiten)ruimten gezocht.

Eervolle vermelding houtarchitectuurprijs 2003

Locatie: Midden Nederland

Opdrachtgever: Privaat

Architect: Artesk van Royen Architecten

Ontwerp: Teske van Royen 

Tuinarchitect: Copijn, Utrecht

Aannemer: Poot BV, Vianen

Fotografie: Anja Schlamann, Köln

Uitvoering: 2000-2003